Mogelijkheden van volwassenen met Williams syndroom

Personen met WS hebben leerproblemen die sterk kunnen variëren in ernst. Ongeveer de helft heeft ernstige leermoeilijkheden, de overigen hebben lichte tot matige problemen. Meestal vertonen zij een herkenbaar patroon van vaardigheden, vaak met goed ontwikkelde gesproken taal en uitgebreide woordenschat, maar minder goede waarnemings- en motorische vaardigheden en concentratie-problemen.

Mogelijkheden van volwassenen met WS

  1. Milde tot ernstige leermoeilijkheden

  2. Relatief goede gesproken taal maar beperkt bevattingsvermogen

  3. Vloeiende en duidelijke spraak, aanhoudend getater

  4. Uitgesproken problemen met fijne en grove motoriek

  5. Duidelijke visuo-spatiële problemen

Taal en communicatie

De taal- en communicatiemogelijkheden van volwassenen met WS zijn vaak relatief goed en vormen een schril contrast met hun algemene leermogelijkheden. Op het eerste zicht tenminste, praten de meesten vlot en duidelijk en hebben zij een ingewikkelde en uitgebreide woordenschat. Zij gebruiken ingewikkelde en grammaticaal correcte zinnen, gebruik makend van lange woorden, clichés en gesofisticeerde woorden die zij gehoord hebben van andere personen. Nochtans kan hun taalgebruik ook onaangepast en repetitief zijn, vooral wanneer het gaat over onderwerpen die hen bijzonder interesseren. Bovendien hebben zij de neiging om gebeurtenissen te dramatiseren in een gesprek met anderen. Zo kunnen zij bijvoorbeeld een kleine tegenval beschrijven als een ware tragedie.

In vele gevallen is hun begrip van de taal meer beperkt dan hun taalexpressie zou doen vermoeden. Het gebruik van woorden waarvan zij de betekenis niet ten volle begrijpen kan aanleiding geven tot onaangepast taalgebruik. Zo kunnen zij bijvoorbeeld instructies of richtlijnen woord voor woord herhalen maar problemen hebben om de inhoud te vatten. In een gesprek ontbreekt volwassenen met WS de intellectuele mogelijkheid om zich te kunnen inbeelden wat anderen denken of om iemand zijn standpunt te begrijpen. Velen vinden het moeilijk om een gesprek op te bouwen gebaseerd op de dialoog van iemand anders, waardoor hun gesprekken éénzijdig zijn wat anderen kan tegensteken of irriteren.

Personen met WS zullen vaak getater of onophoudelijke vragen gebruiken om contacten te leggen of te behouden met andere personen. Zij kunnen zeer goed hun superieure verbale mogelijkheden gebruiken om aandacht te trekken. Occasioneel kan dit inhouden dat zij een uitgebreid en verzonnen verhaal vertellen om de aandacht of sympathie van anderen te winnen. Daarom is het belangrijk om hen aan te sporen tot het relevant beantwoorden van vragen en om een aangepast gesprek op te bouwen met personen die zij ontmoeten. Het is ook nodig om het tateren te ontmoedigen, hen aan te leren dat zij geen irrelevante of onaangepaste vragen stellen en het aanknopen van een gesprek met vreemden tegen te gaan.

Vele volwassenen met WS praten tegen zichzelf, en dit kan zowel in het openbaar als privé gebeuren. Dit gedrag is duidelijker aanwezig wanneer de persoon angstig of verveeld is maar het kan ook dienst doen als verstrooiing in stresserende situaties. Het is weinig waarschijnlijk dat dit een symptoom is van een psychiatrische aandoening, maar dient ontmoedigd te worden.

Ontmoedigen van overdreven tateren en onaangepast taalgebruik

Er zijn verschillende mogelijkheden om repetitief vragen stellen en overdreven tateren over favoriete onderwerpen en bezorgdheden te ontmoedigen:

1. De volwassene kan verteld worden dat zijn/haar vragen slechts éénmalig zullen beantwoord worden en dat verdere vragen en opmerkingen niet zullen beantwoord worden.

2. Gesprekken over specifieke interesses of bezorgdheden worden enkel toegelaten na een periode van wederzijds gesprek.

3. Ook mogelijk is het vastleggen van bepaalde tijdstippen waarop over specifieke interesses mag gepraat worden.

4. Een andere bruikbare strategie is erop aan te dringen dat repetitieve vragen door hen zelf beantwoord worden.

5. Strategieën voor het ontmoedigen van onaangepaste spraak zullen enkel succesvol zijn als de aandacht die het individu voordien kreeg voor zijn onaangepast taalgebruik vervangen wordt door aandacht voor sociaal aangepaste uitlatingen. Als dit consistent gedaan wordt zullen onaangepaste uitlatingen afnemen in frequentie.

6. Ouders en opvoeders moeten personen erop wijzen wanneer zij in zichzelf praten en hen vragen om ermee te stoppen, of hen af te leiden met een andere activiteit.

Perceptuele en motorische mogelijkheden

Vele volwassenen met WS hebben in het bijzonder problemen met fijne en grove motoriek, met visuele discriminatietaken, met het zich oriënteren in de ruimte, met het inschatten van afstanden, richtingen en diepte. Zelfs sommige eenvoudige zaken als een trap afdalen of het lopen over oneffen oppervlakken als gras of grind vormt een extreme uitdaging. Hoogtevrees en angst voor onstabiele oppervlakken is een vaak voorkomend gegeven. De straat oversteken vormt een bijzonder probleem want zij vinden het bijzonder moeilijk om de snelheid en de afstand van wagens in te schatten. Problemen met de coördinatie van fijne motoriek maakt dat zij vaak erg onhandig en traag overkomen wanneer zij delicate of ingewikkelde taken moeten uitvoeren, zoals knopen sluiten of een draad door een naald halen. Sommigen hebben een sterk bevende arm of hand wanneer zij een dergelijke taak uitvoeren. Ook het schrijven wordt beïnvloed door deze problemen.

Suggesties voor het verbeteren van visuo-spatiële en motorische vaardigheden

  1. Maak gebruik van hun relatief superieure taalvaardigheden om hun waarnemingsvermogen te verbeteren. Het helpt vaak wanneer zij aangemoedigd worden om zich pratend doorheen de verschillende stappen van een taak te loodsen. Dit kan behulpzaam zijn om hun aandacht te richten op de taak en biedt verbale ondersteuning voor hun activiteiten.

  2. Schakel voorwerpen en thema’s die hun bijzondere interesse wegdragen in bij onderwijsmateriaal. Moedig bijvoorbeeld iemand die gefascineerd is door wagens en machines aan om voorbeelden over te tekenen om hun fijn motorische vaardigheden en hun waarnemingsvermogen aan te scherpen.

  3. Maak gebruik van muziek bij aangepaste grove en fijn motorische oefeningen zoals schommelen en balspel. Dans en muziek gestuurde fysische activiteiten kunnen helpen om personen beter te leren aanvoelen hoe hun eigen lichaam reageert en zich gedraagt in de ruimte.

  4. Er zijn heel wat computerprogramma’s beschikbaar die behulpzaam zijn bij het ontwikkelen van samenhorige en onderscheidende vaardigheden en die concentratie en aandacht verbeteren.

Concentratie en aandacht

Beperkt concentratievermogen en over-activiteit komen vaak voor bij kinderen met WS. Over-activiteit heeft de neiging te verminderen bij het opgroeien maar verstrooidheid en beperkte aandacht kunnen een probleem blijven. Volwassenen met WS vinden het moeilijk om zich voor lange periodes te concentreren op taken. Hun angst en overgevoeligheid voor lawaai kunnen deze verstrooidheid nog in de hand werken.

Adviezen om een periode van aandacht op te bouwen

  1. Zelf-instructie kan een nuttige strategie vormen. Zij dienen daarbij aangemoedigd te worden om zichzelf er voortdurend aan te herinneren dat zij moeten blijven doorwerken aan een opdracht, in een beginfase door luidop te denken en nadien door stille zelfinstructie. Bij het uitvoeren van een opdracht wordt aan de volwassenen aangeleerd om in zichzelf op regelmatige tijdstippen te hernemen om ‘door te werken’ en ‘zich te concentreren op wat men aan het doen is’.

  2. Deel een opdracht op in korte en eenvoudige stappen met hulpmiddelen, zoals foto’s of geschreven instructies, om duidelijk aan te geven wat dient uitgevoerd te worden in elke fase.

  3. Beloon iedere stap die met succes werd uitgevoerd.

Lezen

De mogelijkheden van personen met WS variëren in belangrijke mate; ongeveer 50% leert lezen, minstens op basisniveau. Zij hebben relatief goede verbale vaardigheden, met inbegrip van een goed geheugen voor geluiden en woorden, en een excellent muzikaal geheugen. Deze sterke punten zijn belangrijk om te leren lezen. Vele personen met WS bereiken hun hoogste mogelijkheden van leesvaardigheden in hun adolescentie en bereiken daarbij een niveau zoals een 8- of 9-jarige. Dit volstaat voor een goed niveau van basis woordenschat.

Adviezen om leesvaardigheden te verbeteren

  1. Probeer en gebruik de aanwezige vaardigheden in verschillende situaties: bijvoorbeeld leer de persoon om uurregelingen, boodschappenlijsten of menu’s, kranten en tijdschriften te lezen.

  2. Moedig hen aan om tijdschriften te lezen over topics waar ze bijzonder in geïnteresseerd zijn, zoals auto’s en muziek.

Schrijven en spellen

De meeste volwassenen met WS bereiken minstens een basisniveau van schrijven, zoals het schrijven van eenvoudige zinnen. Toch vinden de meesten het schrijven veel moeilijker dan het lezen omdat dit bijkomende visuele en fijn motorische vaardigheden vereist. Velen hebben het moeilijk om een pen of potlood vast te houden, om de letters te vormen, de woorden te plaatsen en te aligneren. Ook hier stelt men slechts weinig vooruitgang in spelling vast in de periode tussen adolescentie en volwassenheid.

Adviezen om schrijfvaardigheden te verbeteren

  1. De toegenomen beschikbaarheid van computers is bijzonder nuttig voor volwassenen met belangrijke moeilijkheden op het vlak van fijne motoriek, om datgene te oefenen wat anders een tijdrovende en moeilijke taak zou zijn.

  2. Velen hebben moeilijkheden met de lees- en schrijfcomponent bij een cursus of op het werk. Moedig hen aan om ouders of begeleiders in te schakelen via het dicteren of een recorder te gebruiken of leer hen het gebruik van een tekstverwerker om hun probleem van schrijven op te vangen.